Een kunstenaar zit altijd in een uitzonderingspositie.
Het is een situatie die hij kiest voor het leven. Maar binnen die maatschappelijke
uitzonderingspositie kan hij nog de keuze maken tussen traditionele,
vaste waarden of het drijfzand van de avant-garde.
Rik Vermeersch hoort niet thuis in één van die twee kampen.
Rik Vermeersch overtreedt wel de wetten en dat is voor mij een kenmerk
van de echte kunstenaar.
Hij overtreedt niet de wetten van de vaardigheden van de kunst, want
hij respecteert en hanteert het métier, maar zijn visie wijkt af
van het gangbare, van de middelmaat dus.
De vrouwelijke beelden van Rik Vermeersch zijn daar een duidelijk voorbeeld
van.
Naakt associëren we heel vaak met een aantal wetmatigheden:
naakt is esthetisch en mooi,
naakt is erotisch,
naakt verleidt met charmes en geneugten,
naakt ligt doorgaans, zit soms.
Esthetisch en mooi, dus.
De vrouwen van Rik Vermeersch mogen best gezien worden, maar ze
hebben niet de saaie perfectie van de babes. Ze vertonen esthetische
foutjes, onvolkomenheden die de kijker confronteren met het echte
leven. Als kijker wil je het mysterie achter de vrouw ontdekken, de geschiedenis
van haar kwetsuren ontrafelen. Naar de perfecte vrouw keer je
als kijker niet terug, je slaat haar mooi beeld op in je visueel geheugen
en je geniet ervan. Vermeersch’ vrouw zal je blijven boeien, je zal
gefascineerd blijven zoeken naar het hoe en het waarom van haar
onvolkomenheden.
En de mooie paradox is dat Rik Vermeersch toch steeds op zoek is
naar de perfectie, dat hij steeds weer probeert die boeiende, gekwetste
vrouw te vatten. Vandaar dat hij werkt in series.
Schoonheid is tijdloos, zegt men. Nee, juist niet. Schoonheid is
vooral onderhevig aan de mode, aan de trend van het ogenblik. De vrouwen
van Rik Vermeersch zitten in een overgang tussen de uitersten schoonheid
en verval, tussen emotie en filosofie, tussen roepen hier sta ik en zich
terugtrekken in hun imposante stilte. Hun mankementen zijn ontroerend
en van alle tijden.
Naakt verleidt met charmes en geneugten. Daar ligt Vermeersch niet van
wakker. De vrouw is wel zijn tegenpool en zijn verlangen, maar de erotiek
is slechts een latente kracht. Nog meer dan in zijn schilderijen, tonen
zijn beelden de mens in zijn schamelheid. De beelden zijn imposant, maar
slagen erin de mens te tonen in zijn kleinheid, in zijn kwetsbaarheid.
Liggend naakt?
Nee, de vrouwen van Rik Vermeersch staan. Dat heeft heel grote
gevolgen.
1. Het laat hen toe de kijker veel directer en indringender te confronteren
met hun waarheid, hun geschiedenis, hun gevoelens.
2. Beweging is slechts een momentopname. De vrouwen van Rik Vermeersch
zijn na hun getormenteerd leven stilgevallen en hun staan vergroot weer
de tijdloosheid waarover ik het daarnet al had.
3. Liggen is een symbool van de dood, staan betekent leven. En als er
iets is wat deze vrouwen uitstralen is het leven. Uw leven, ons leven,
dat van de strijd die zijn sporen achterlaat.
4. Een liggend naakt nodigt uit. Het verleidt de kijker, doet vooral
zijn erotische fantasie op hol slaan. Deze staande naakten zijn
in zichzelf gekeerd, ze zitten opgesloten in een ontroerende eenzaamheid.
Deze beelden spreken aan en leggen onmiddellijk contact met ons door
hun diepmenselijke dimensie, maar tegelijkertijd kunnen we als betrokken
kijker niet vermijden dat we onder de indruk raken van hun eenzaamheid.
Dualiteit, het mooie spel van ja en toch niet, van nee, maar in wezen
wel, is een van de steunpilaren van Rik Vermeersch’ werk. De
nuances maken het verschil tussen kitsch, karikatuur en grote kunst.
Vermeersch graaft en hij komt het wit of het zwart nooit tegen, daarom
blijft zijn zoektocht boeiend voor hemzelf en zeker ook voor de kunstliefhebber.
Zijn werk staat, maar brengt onze geest blijvend in beweging.
Daarmee kom ik bij een ander belangrijk woord: ontroering.
Rik Vermeersch kennen wij als een warme man. Het is dan ook niet
verwonderlijk dat hij passioneel bezig is met zijn werk en dat zijn
werk een eigen soort romantiek uitstraalt. Maar niet de goedkope romantiek
van sentimentele anekdotes en egocentrische uitspattingen.
Het ik van Rik Vermeersch blijft op de achtergrond en de grote
gevoelens deelt hij ons onderhuids mee, zodat ze indringender worden.
Ik hou van de grapjes van Charly Chaplin, omdat het geen grapjes zijn,
maar vrolijke melancholie.
Ik hou nog steeds van One Flew over a cuckoo’s nest, want ik heb
me rot gelachen in de bioscoop en toen ik buiten kwam was ik beschaamd
dat ik gelachen had met zo’n erge dingen.
Ik hou van Willem Elsschot omdat zijn cynisme en sarcasme slechts
een masker zijn voor fijngevoeligheid.
Zo hou ik ook van Rik Vermeersch omdat zijn
intuïtie verfijnd is door controle,
zijn spontane verbeelding is ingepakt door métier,
zijn oprechte emoties in een raster zitten van volwaardige filosofie.
roel richelieu van londersele zondag
13 juli 2008, Moorsele |